Het praktijkexamen AVD is het moment waarop alles samenkomt: jouw voertuigbeheersing, verkeersinzicht en rust in druk verkeer. Als je precies weet wat de examinator wil zien, rijd je met zelfvertrouwen en voorkom je onnodige fouten. In deze uitgebreide gids leggen we concreet uit wat telt, geven we praktische oefentips en voegen we lokale context toe (bijv. Rotterdam, Vlaardingen, Schiedam en Maassluis), zodat je niet voor verrassingen komt te staan. 🏍️💡
De kern: het AVD-examen draait om veilig, vlot en zelfstandig rijden in echt verkeer. Examinatoren toetsen of je consequent de juiste keuzes maakt, de motor beheerst en overzicht bewaart, óók wanneer het druk is of het weer tegenzit. Hieronder vind je de zeven vaardigheden waarop je echt het verschil maakt, plus een oefenplan en praktijkcases die we dagelijks tegenkomen bij leerlingen in de regio.
7 dingen die elke motorrijder moet kunnen voor het AVD examen
Dit zijn de zeven pijlers waarop je slagingskans staat of valt. Per onderdeel lees je wat de examinator wil zien, hoe je het oefent en welke fouten je moet vermijden.
1) Verkeersinzicht en vooruitkijken (anticiperen) 👀
- Wat wil de examinator zien: dat je vroegtijdig herkent wat er kan gebeuren en je snelheid/positie daarop aanpast. Je leest kruispunten, rotondes en zijstraten proactief en houdt rekening met kwetsbare weggebruikers.
- Zo oefen je: benoem hardop potentiële risico’s (kind op stoep, bestelbus die kan keren, auto die wil inparkeren). Verlaag tijdig je snelheid zonder abrupt te remmen.
- Veelgemaakte fout: pas reageren als het gevaar al zichtbaar is. Anticipatie begint 3–5 seconden vóór de situatie.
2) Plaats op de weg en bochtentechniek (kijktechniek eerst) 🧠
- Wat wil de examinator zien: logische, voorspelbare positie op de rijstrook. In bochten kijk je door de bocht, houd je de motor stabiel en stuur je vloeiend.
- Zo oefen je: kies bewust voor links/midden/rechts op je strook, afhankelijk van zicht, wegenonderhoud (putdeksels, witte strepen) en uitritten. Bochtentechniek: kijk-vertragen-insturen-accelereren.
- Veelgemaakte fout: te dicht langs geparkeerde auto’s rijden of te vroeg insturen in bochten.
3) Snelheidsbeheersing en remtechniek (incl. noodstop) ✅
- Wat wil de examinator zien: vloeiend afremmen, motorrem benutten, tijdig terugschakelen, en indien nodig een gecontroleerde noodstop.
- Zo oefen je: remmen in een rechte lijn met toenemende remdruk, daarna de koppeling in. Bouw schakelterug op toeren, niet op gevoel.
- Veelgemaakte fout: te laat beginnen met remmen, waardoor je abrupt en onrustig wordt.
4) Spiegelen, kijkgedrag en veiligheidscontroles 🔄
- Wat wil de examinator zien: ritme in spiegelen (voor elke actie), schouderblik bij zijdelingse verplaatsingen en royaal omkijken bij wegrijden, inhalen of uitvoegen.
- Zo oefen je: spiegel links – vooruit – spiegel rechts als vaste cyclus; schouderblik elke keer dat je van positie verandert.
- Veelgemaakte fout: alleen spiegelen zonder schoudercontrole en te laat “de omgeving scannen”.
5) Voorraad kennis verkeersregels en toepassen in de praktijk 🧭
- Wat wil de examinator zien: consequent toepassen van voorrangsregels, plaatsing op rotondes, rijden op 30- en 50-wegen, en correcte snelheid in woonwijken en bij scholen.
- Zo oefen je: rotondes met verschillende voorrangsregimes, haaientanden herkennen, en inhaalverboden (doorgetrokken streep) respecteren.
- Veelgemaakte fout: te snel door 30-zones of onduidelijk richting geven op rotondes.
6) In- en uitvoegen, rijstrookwissels en snelwegvaardigheid 🛣️
- Wat wil de examinator zien: ruimschoots ruimte creëren, tijdig accelereren op de oprit en met overtuiging invoegen, zonder twijfel of “knijpen”.
- Zo oefen je: kies op autowegen en snelwegen een buffer, houd 2 seconden volgafstand (3 bij nat wegdek), plan je zijdelingse verplaatsing met spiegel–schouder–richting–gaan.
- Veelgemaakte fout: met snelheidsverschil van 20–30 km/h invoegen of te lang twijfelen.
7) Bijzondere verrichtingen in verkeer (AVD-context) 🧩
- Wat wil de examinator zien: rustig en beheerst wegrijden, keren (indien gevraagd), veilig parkeren en slim positioneren bij filevorming.
- Zo oefen je: stapvoets rijden met slippende koppeling en vaste pols, keren met vooruitkijken en ruime boog, parkeren met neus naar buiten waar mogelijk.
- Veelgemaakte fout: bij stapvoets rijden te veel met de voorrem werken waardoor je instabiel wordt.
Lokale context helpt: in regio Rotterdam kom je vaak stedelijke kruispunten tegen, opritten richting A4/A20 en wisselende wind bij open stukken (denk aan bruggen en tunnelmonden). In Vlaardingen en Schiedam zijn rotondes en 30-zones een terugkerend thema. Probeer je oefenroutes daarop af te stemmen en bouw variatie in: spits versus rustig, droog versus nat wegdek. 🌧️
7 dingen die elke motorrijder moet kunnen voor het AVD examen: verkeer lezen en vooruit plannen
Anticiperen is misschien wel de belangrijkste succesfactor. Een examinator wil zien dat jij al “drukte in de maak” herkent: de bestelbus die zo dadelijk achteruit steekt, de fietsers die zich verzamelen bij een oversteek, de voetganger die schuin naar de overkant kijkt. Goed anticiperen laat je rijstijl kalmeren, omdat je zelden verrast wordt.
Praktische oefentips:
- Gebruik een “mentale telelens”: scan 100–150 meter vooruit, daarna je middellange zone, dán dichtbij.
- Benoem scenario’s: “Als die auto rechts parkeert, vertraag ik al. Als die uitrit onoverzichtelijk is, kies ik middenpositie met vinger aan de rem.”
- Werk met bandbreedte: houd marge in snelheid en positie om te kunnen bijsturen zonder paniekrem.
Voorbeeld uit de regio: bij brede stadswegen in onze motor-rijschool in Rotterdam zie je vaak meerdere zijstraten kort achter elkaar. Houd hier iets meer links op je strook voor extra zicht voorbij geparkeerde auto’s en wees alert op remlichten van auto’s die willen inparkeren. In Vlaardingen, met zijn 30-zones en drempels, helpt het om je blik verder vooruit te tillen; zo kun je op tijd afrollen en rijd je soepeler en zuiniger. Dat soort microkeuzes verraden rijvaardigheid én rust.
Bronnen en verdieping: de officiële kaders van het AVD-examen vind je bij het CBR. Zie onder meer de pagina over het praktijkexamen AVD voor motorfiets op de CBR-website. Lees meer bij CBR.
7 dingen die elke motorrijder moet kunnen voor het AVD examen: voertuigbeheersing in de praktijk
Hoewel je voertuigbeheersing (AVB) al achter de rug is, wil de examinator in het AVD zien dat je die skills moeiteloos meeneemt in verkeer. Dat betekent: koppeling, gas en remmen in balans; gecontroleerd stapvoets rijden; en zonder stress afslaan op krappe kruispunten.
Trainingsfocus:
- Stapvoets beheerst: rijd 20–30 meter met constante koppeling-slip en lichte achterrem. Houd je blik ver weg, niet op het asfalt. 🧘
- Noodstop “verstopt” in je rit: oefen op lege stukken een paar keer een stevige remming, zodat je spiergeheugen actief blijft.
- Bocht en knik: kijk ver door de bocht, houd gas stabiel of héél licht positief, rem vóór de bocht – niet erin, tenzij minimaal en achter.
Case uit de les: een leerling uit Vlaardingen zakte eerst door onrustige handeling bij krappe bochten. Met een week extra nadruk op kijktechniek en achterremcontrole slaagde hij daarna ruim. Les: techniek is de basis, maar de blik stuurt de motor. Voor wie in Vlaardingen woont en snel wil schakelen: bekijk onze pagina over het motorrijbewijs in Vlaardingen.
Praktijktips voor je AVD: route, weer en lokale situaties
De examinator wisselt situaties af: stadsdrukte, rotondes, (auto)wegen, en woonwijken. Je kunt dit niet exact voorspellen, maar wél slim voorbereiden.
- Routevariatie: oefen zowel doorstroomroutes als woonwijken met drempels en geparkeerde auto’s. In Schiedam zijn rotondes en onoverzichtelijke inprikkers ideaal om te trainen; kijk op onze pagina over de rijschool in Schiedam voor lessen in die omgeving.
- Weermanagement: bij regen zet je eerder af, rek je volgafstand op en doseer je gas/achterrem. Vermijd witte markeringen en putdeksels bij hellingshoek. 🌧️
- Rijtijd: oefen een paar keer op het tijdstip van je examen (spits of dal). Verkeer “voelt” dan hetzelfde als op je dag.
- Mentale rust: ademritme gelijk met je schakelmomenten. Rustige ademhaling = zachte handen aan het stuur. 🫁
Ook buiten de stad heb je winst te pakken. In Maassluis bijvoorbeeld zijn dijkwegen met variabele wind en smalle rijbanen perfect om plaats op de weg en anticipatie te finetunen. Meer weten? Kijk bij onze rijschool in Maassluis.
Oefenplan, veelgemaakte fouten en tips voor het AVD praktijkexamen
Met een doelgericht oefenplan vergroot je de kans dat je op je examendag “gewoon je rondje rijdt” in plaats van te “examenrijden”. Hieronder een beproefd schema dat we inzetten in de regio Rotterdam en omstreken.
Compact oefenplan (2–3 weken)
- Week 1: fundament en observatie. Focus op kijkgedrag, spiegelen en vloeiend remmen. Rijd 2–3 ritten van 60–90 min, inclusief een regenrit als het kan.
- Week 2: verkeerdrukte en snelweg. In- en uitvoegen trainen, rotondes, en 30-zones. Eén rit exact op je examentijdstip.
- Week 3: generalisatie en rust. Mix à la examendag, lastige stukken herhalen, 1 mock-examen met feedback en korte herstelsessie.
Veelgemaakte fouten (en hoe je ze voorkomt)
- Te laat waarnemen: zet een wekkertje in je hoofd voor “scan elke 5–8 seconden ver-verderbijna”. Klinkt suf, werkt top. 👀
- Te weinig schouderblik: maak er een gewoonte van bij élke zijdelingse verplaatsing. Spiegel–schouder–richting–gaan.
- Onrustige handen: knijp niet in het stuur, ontspan je schouders. Korte pauze bij een stoplicht? Schud je polsen even los.
- Twijfel bij invoegen: kies je gat en commit. Beter vroeg en vloeiend, dan laat en “knijperig”.
- Onnodige snelheid: vlot rijden is prima, maar “netjes” is beter dan “net niet”. Rust is je vriend.
Waarom deze aanpak werkt
- Ervaring (Experience): dagelijks coachen we leerlingen op AVD-niveau in en rond Rotterdam, met routes die variëren van stadsdrukte tot autowegen. Casussen uit Vlaardingen, Schiedam en Maassluis tonen steeds hetzelfde patroon: wie zijn kijkritme en voertuigbeheersing automatiseert, slaagt vaker en rustiger.
- Expertise: we trainen gericht op aantoonbare exameneisen zoals het CBR die beschrijft en vertalen die naar concrete handelingen (spiegelritme, bochtproces, noodstop). Zie ook de officiële kaders bij het CBR.
- Authoritativeness: regionale routes en weersinvloeden zijn ingebouwd in de lesopbouw. Zo leer je hoe je met wind, regen en gladdere markeringen omgaat, typisch voor Zuid-Hollandse omstandigheden.
- Trustworthiness: we communiceren helder over voortgang, oefenen realistisch en geven meetbare feedback (bijv. “spiegel–schouder-blik gescoord 80%, doel is 100% bij zijdelingse actie”).
Wil je specifiek in de regio aan de slag, met routes die representatief zijn voor jouw examen? Check de opties in Rotterdam en omgeving of boek een intake om je startniveau te bepalen. Bekijk bijvoorbeeld onze lessen bij de motor-rijschool in Rotterdam en de trajecten voor het motorrijbewijs in Vlaardingen. Voor Schiedam en Maassluis zijn er aangepaste routes en oefenmomenten, zie de pagina’s van de rijschool Schiedam en de rijschool Maassluis. ✅
Tot slot: op de examendag gaat het om jouw consistentie en rust. Eet licht, drink water, check je kleding en helm, tank vol, en plan tijdig je vertrek naar het examencentrum. Kleine routines geven veel mentale ruimte. ⛽
FAQ over het AVD-examen motor
Wat is het verschil tussen AVB en AVD?
AVB is de bijzondere verrichtingen op een afgesloten terrein: pure motorbeheersing. AVD is het examen in verkeer, waar je laat zien dat je veilig, vlot en zelfstandig rijdt. Je AVB-skills neem je mee naar AVD, maar dan in echte verkeerssituaties.
Hoe lang duurt het AVD-examen en wat neem ik mee?
Reken op circa 55–60 minuten, inclusief voor- en nabespreking. Neem een geldig legitimatiebewijs, je reserveringsnummer en je beschermende motorkleding mee (helm, handschoenen, jas, broek, laarzen/schoenen).
Hoeveel fouten mag je maken bij het AVD?
Er is geen vast “foutenquotum”. De examinator beoordeelt het totaalbeeld: veilig, beheerst en voorspelbaar rijden. Een klein foutje kan, maar structurele tekortkomingen (bv. onvoldoende kijken of gevaarlijk invoegen) leiden tot afwijzing.
Wat als het regent tijdens het AVD-examen?
Het examen gaat door. Pas je rijstijl aan: langere volgafstand, zachter remmen, tijdiger afblokken en geen druk zetten in bochten. Tip: oefen minimaal één regenrit vooraf.
Hoe bereid ik me in 2–3 weken optimaal voor?
Plan 2–3 ritten per week met focus op kijkritme, snelweg-in/uitvoegen en rotondes. Doe een mock-examen in de week ervoor en rijd minimaal één rit op je examentijdstip. Werk met concrete feedback (spiegel-/schoudercheck per actie) en herhaal lastige stukken.






